-
1 prompt
adj. direkt; snel; vlug, gewiekst--------n. geheugensteuntje, hulp van de souffleur--------v. bewegen (tot); aanmoedigen; vooruit duwen; opwekken, stimuleren; (de akteur iets) toefluisterenprompt1————————prompt21 prompt ⇒ onmiddellijk; vlug, alert♦voorbeelden:————————prompt3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 what prompted you to do that? • hoe kom je erbij dat te doen?————————prompt4〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
2 at twelve o' clock prompt
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский